De vzw R-Use Fabrik heeft zich de voorbije vijf jaar gevestigd als een van de belangrijkste spelers in de upcycling van textiel en de terugwinning van textielafval in Brussel. De vzw werd opgericht door twee betrokken ondernemers en ontwikkelt een breed scala aan complementaire activiteiten om de levensduur van textielmaterialen te verlengen, makers te ondersteunen, een zinvolle invulling te geven aan consumptie en een lokale dynamiek van circulaire economie te creëren. Maar achter deze ambitieuze missie gaan veel obstakels schuil. Want hoe positief de upcycling van textiel ook is, ze gaat gepaard met grote uitdagingen op technisch, economisch en cultureel vlak.
Een woordje uitleg door Sophie Remy, een van de oprichtsters.
Een brede waaier aan activiteiten ten dienste van creatie en circulariteit
R-Use Fabrik richt zich op vier hoofdgebieden: tweedehandsfournituren, een confectieatelier, een reparatiewerkplaats en een ruimte waar tweedehandskleding wordt verkocht. De fourniturenwinkel is in Brussel gevestigd in een pand van 170 m² en biedt een ruime keuze aan herstelde stoffen en accessoires, van wollen knotten tot hele rollen, evenals ritsen, knopen en kleine lappen. De materialen zijn afkomstig van zowel particulieren als bedrijven en worden tegen lage prijzen doorverkocht. Het doel is mensen aan te moedigen om zelf te herstellen en creatief te zijn.
Daarnaast zijn er naai-, borduur- en breicursussen, niet als gewoon tijdverdrijf, maar als middel tot bewustmaking. Het doel is om de vaardigheden bij te brengen die nodig zijn om spullen te onderhouden, te transformeren en te hergebruiken in plaats van ze weg te gooien.
Maar R-Use Fabrik doet meer dan dat. De vzw stelt haar expertise ook ten dienste van professionals via een confectieatelier gespecialiseerd in upcycling. Hier kunnen ontwerpers hun eigen unieke stukken of kleine series produceren, uitsluitend gemaakt van teruggewonnen textiel. Tot slot is er een reparatiewerkplaats waar je je kleding kunt repareren, met teruggewonnen materialen die zelf afkomstig zijn van hergebruik.
Upcycling: andere uitdagingen op het vlak van productie
Textielproductie van tweedehandsstoffen gaat helemaal anders in zijn werk dan reguliere confectie. Elk origineel stuk moet afzonderlijk worden geïnspecteerd, gesneden en verwerkt. Vooral het snijden is een lang en complex proces. Je werkt immers met stoffen die soms versleten, geperforeerd of bevlekt zijn, terwijl je rekening moet houden met de technische beperkingen van het patroon (richting van de draad, beschikbare oppervlak enzovoort). Resultaat: waar je in conventionele productie meerdere lagen stof tegelijk kunt snijden, vereist upcycling een veel ambachtelijkere en nauwgezette aanpak. Daardoor is het tijdrovend en duur.
Sophie Remy: “ Het grootste verschil met klassieke confectie zit inderdaad vooral in de productietijd. De samenstelling vereist het positioneren van de elementen van het patroon op de gebieden van de stof die bruikbaar zijn. Zodra de stukken gesneden zijn, kun je ze assembleren in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met werkplaatsen die met nieuwe stoffen werken.”
Tussen pedagogie en rentabiliteit
De echte uitdaging voor R-Use Fabrik (en voor de hele textielupcyclingsector) is dan ook om consumenten en professionele klanten daarvan bewust te maken. In een geglobaliseerde textielindustrie met een verpletterende prijzendruk is er nog te weinig oog voor de waarde van lokaal werk, kwaliteit en duurzaamheid.
Het probleem ligt niet alleen bij de prijs. De perceptie van tweedehandskledij is ook een cultureel gegeven. De verkoop van producten gemaakt van gerecycleerde materialen kampt met bepaalde vooroordelen, waaronder het idee dat een gerecycleerd kledingstuk goedkoop moet zijn, of dat een vzw geen winst mag maken.
Sophie Remy: “ Dat is vooral een probleem voor ontwerpers die van hun werk moeten kunnen leven, wat inhoudt dat ze hun kleding verkopen tegen prijzen die aanzienlijk hoger zijn dan die van de traditionele kledingindustrie. Op dit punt is er dus werk aan de winkel voor de bewustmaking van de consument, maar ook voor stylisten, die hun creativiteit moeten leren aan de man brengen.”
De dynamiek van netwerken
De vzw R-Use Fabrik is zich bewust van deze uitdagingen en werkt proactief samen met de andere actoren van het Brusselse circulaire ecosysteem, met name binnen het netwerk van de circlemade.brussels-cluster. Dit stelt haar in staat om ervaringen of oplossingen te delen met andere spelers op het vlak van opslag, communicatie of collectiebeheer.
“Deze netwerken zijn cruciaal”, benadrukt Sophie Remy, “ want daar beseffen we dat we allemaal min of meer voor dezelfde uitdagingen staan, en dat we samen beter vooruitgaan.”
Toekomstperspectieven en innovatie
Ondanks – of misschien net dankzij – deze uitdagingen ontbreekt het R-Use Fabrik niet aan ambitie. Een greep uit de lopende projecten: een lijn van ‘goodies’ ontwikkelen, vertrekkend van reclamezeilen, bedrijven overtuigen om te kiezen voor duurzamere promotieartikelen, nieuwe verkooppunten openen. Het confectieatelier zal ondertussen blijven groeien, vooral dankzij zijn rol op het vlak van professionele integratie.
Want dat is een ander fundamenteel aspect van de vzw: het opleiden en ondersteunen van couturiers in verschillende stadia van hun leertraject. R-Use Fabrik past de bestellingen aan hun vaardigheden aan en biedt zo een springplank voor veel mensen die moeilijk hun weg vinden naar de arbeidsmarkt.
Onmiskenbaar groot potentieel
Tot slot draait het niet alleen om de vzw zelf; de hele sector is in volle ontwikkeling en heeft versterking nodig. Ondanks de vele initiatieven staat textielupcycling nog in zijn kinderschoenen. De sector kampt met steeds fragielere grondstoffen (een rechtstreeks gevolg van fast fashion), een gebrek aan aangepaste infrastructuren en het uitblijven van echte institutionele erkenning.
Toch blijft Sophie Remy erin geloven: “Het potentieel is enorm en er is een groeiende vraag. We blijven inzetten op bewustmaking en nieuwe concepten ontwikkelen. We willen laten zien dat het mogelijk is, en dat dit niet gewoon een trend is, maar een echt sociaal project.”
Meer info:
www.r-use.be