Search
Close this search box.

Nieuws van de WG Fiets

Eind 2023 kwam de Werkgroep Fiets met twee nieuwe projectideeën. In 2024 werd voorrang verleend aan het project rond het opknappen van fietsen. In het kader daarvan werden twee sessies georganiseerd om samen aan fietsen te sleutelen. Het project rond gemeenschappelijke productieruimten werd in november gelanceerd.

 Project fietsherstellingen

Het algemeen thema werd door de WG in 2023 gedefinieerd. De precieze krijtlijnen voor het project moesten nog worden uitgetekend, en dat gebeurde tijdens twee werksessies op 12 en 19 november 2024.

De eerste open sessie draaide rond de vraag op welke soort fietsen het project zich zou richten: deelfietsen zonder en met elektrische aandrijving, moderne stadsfietsen, kinderfietsen, oude stadsfietsen, racefietsen, fietsen met elektrische ondersteuning, wrakfietsen en MTB. Daarnaast werd nagedacht over de potentiële gebruikers, wier profielen in een studie van de vzw Pro-Vélo werden gedefinieerd. Die profielen werden verder uitgediept. Informatie rond dat gedeelte is beschikbaar op volgend adres (link naar PDF invoegen – idem als link in Publicaties).

De daaropvolgende brainstorming om het type fietsen en de doelgroepen aan elkaar af te toetsen lag aan de basis van 11 potentiële projecten. Die 11 projecten hadden betrekking op deelfietsen, stadsfietsen, MTB, wrakfietsen en kinderfietsen.

De projecten werden daarna geprioriteerd om te komen tot 4 kernprojecten op basis van twee aandachtspunten: de haalbaarheid en de impact. Het gaat om volgende projecten:

– Project 1: deelfietsen, gericht op gezinnen met 1 of 2 kinderen – omvorming van deelfietsen tot fietsen met een bagagedrager achteraan, waarop kinderen kunnen worden vervoerd;

– Project 2: deelfietsen, gericht op kinderen – zorgen voor lichtere fietsen die deel kunnen uitmaken van de fietsvloot van scholen;

– Project 6: stadsfietsen voor heren, gericht op mannen – elektrificatie van stadsfietsen (het project rond fietsen voor dames richt zich op solidaire fietsprojecten);

– Project 10: kinderfietsen, gericht op kinderen – herneming van het concept ‘een fiets voor 10-jarigen’, dat grootschaliger zou moeten worden.

In de periode tussen beide werksessies konden de deelnemers de technische haalbaarheid van de vier weerhouden projecten in grote lijnen evalueren.

Tijdens de tweede sessie kon elke deelnemer zich uitspreken over de technische haalbaarheid van het idee om fietsen om te vormen. Gezien de tijdslimiet, kon echter niets worden uitgeprobeerd. Uit de gesprekken die rekening hielden met de technische haalbaarheid, de impact, de economische leefbaarheid, de wenselijkheid voor klanten en de innovaties werd uiteindelijk 1 project gedistilleerd waarin bepaalde aspecten van andere projecten ook aan bod zouden komen.

Het gekozen project werd uitgebouwd op basis van project 1, na toevoeging van elementen uit projecten 2 en 6. Zo zouden in het project deelfietsen worden aangepakt (ook stadsfietsen zouden zich ertoe lenen indien de toepassingsmogelijkheden uiteindelijk niet beschikbaar of technisch ongeschikt zouden blijken). In de klantensegmentenring zou een doelgroep ‘scholen’ worden opgenomen. Het project zou een evolutief karakter krijgen. In een eerste fase zou het gaan om een eenvoudige elektrificatie, gevolgd door een meer complexe aanpassing en de toevoeging van de bagagedrager. In de laatste fase zou er worden gewerkt aan een long tail product, dat nauwgezetter zou moeten worden ontworpen en uitgewerkt. Dankzij dat evolutiief karakter, zou het project in de tijd kunnen worden gespreid.

Het project rond kinderfietsen loopt al in de werkplaatsen in de Vootstraat, zij het zonder economisch model en zonder de wil om op te schalen. Dat kan later worden bekeken. Het lopende project voldoet trouwens niet aan de vereiste innovatiecriteria, die nodig zijn om innovatiesteun te kunnen krijgen. Precies daarop wordt in een eerste fase gemikt.

De volgende stappen zijn:

– opnieuw contact opnemen met JC Decaux voor het verkrijgen van enkele deelfietsen waarop de mogelijkheid tot elektrificatie en de noodzaak om trommelremmen al dan niet te vervangen kunnen worden uitgetest;

– een voorafgaande analyse van de haalbaarheid van het voorzien van accessoires;

– terugkoppelen naar Innoviris om de beoogde financieringsbronnen te valideren (Circular Innovation of PYSI).

Project rond gemeenschappelijke productieruimten

Het tweede project staat nog in zijn kinderschoenen. Tegen het einde van het jaar zal een eerste keer worden gepolst naar de mogelijke interesse in de sector. Daarvoor werd een vragenlijst opgesteld. Een ontmoeting met een twintigtal potentiële actoren (ontwerpers en producenten van fietsen, grote herstelateliers, actoren uit de fietslogistiek in Brussel) staat gepland.

Na afloop van die bevraging, kunnen we de noden in kaart brengen en nagaan of er al dan niet interesse is om het project verder uit te werken.