Nadenken over de taken van de textielgroepeed

Op 3 september was er de werkgroep met de leden van de textielsector van de cluster. De groep heeft bepaald aan welk project de cluster in de komende maanden zal werken. De rol van de cluster is namelijk om een of meer samenwerkingsprojecten binnen de gemeenschap en indien nodig met externe partners in de hand te werken.

Inleiding

Naar het voorbeeld van de gecreëerde dynamiek rond de fietssector heeft de cluster de eerste steen gelegd voor de oprichting van een werkgroep voor de textielsector. Hoewel meer dan vijftien organisaties een uitnodiging kregen, hebben uiteindelijk zes bedrijven en twee onderzoekspartners positief gereageerd op de oproep.

De groep wil concrete productieprojecten in de textielsector uit de grond stampen en selecteren voor een mogelijke samenwerking tussen bedrijven van de cluster en/of met externe partners. Ze kijkt hiervoor naar de reële behoeften en gezamenlijke uitdagingen.

Methodologie

De methodologie werd gecreëerd rond collectieve intelligentie en verliep in verschillende fasen. Vooraleer over te gaan tot de kern van de zaak was het noodzakelijk om de context van de cluster en zijn rol in deze groep te schetsen. Uit deze inleiding kwam naar voren dat het managementteam de projecten niet zelf in handen zal nemen maar de opzet ervan wel volledig zal ondersteunen. Het uiteindelijk doel is om de gefinancierde projecten te registreren.

De werkgroep begon met een korte, creatieve presentatieoefening om een duidelijk beeld te krijgen van de deelnemers. Verschillende stoffen en knopen illustreerden het project van alle deelnemers, de energie van het moment en een kernwoord waar ze voor staan.

De volgende stap was de voorstelling van de geconsolideerde textielwaardeketen. Hoewel dit in de literatuur aan bod komt, slaat geen enkel document een brug tussen het begin van de keten met de productie van nieuwe textiel en het einde van de keten met hergebruik, reparatie, upcycling of recycling.

Die waardeketen werd eerst aangevuld en vervolgens nam elke actor zijn plaats in.

Nadien bracht de groep de tekortkomingen, knelpunten en behoeften in kaart, belangrijke onderwerpen voor het verdere verloop van de activiteiten. Door de ondersteuning aan productieprojecten van de cluster konden veel vaststellingen teruggebracht worden naar een gebrek aan processen, machines, productie-eenheden, toegang tot grondstoffen of samenwerkingsverbanden tussen actoren. Vervolgens heeft elke actor zich gepositioneerd ten opzichte van de bevindingen waaraan hij wilde werken.

De drie meest voorkomende vaststellingen voor het vervolg waren:

  • Kostenreductie op alle niveaus
  • Gebrek aan sorteertechnologieën
  • Probleem met afzetmarkten voor industriële klanten/circulaire producten

Vervolgens was het tijd voor de fase waarin projecten tot stand komen. De groep werd opgedeeld in drie subgroepen om elk aan een vaststelling te werken. Nadat de groepen de vaststellingen aan elkaar hadden doorgegeven en ideeën voor oplossingen hadden uitgewisseld, moest elke tafel twee projecten voorstellen en een formulier invullen om het aangehaalde probleem op te lossen. De volgende vijf projectideeën kwamen naar voren:

Voor de vaststelling ‘Gebrek aan sorteertechnologieën’:

  • Een nationaal sorteercentrum om de sorteerinspanningen te bundelen en centraliseren, met een aanzienlijke investering voor een efficiënte sortering, een bundeling van de volumes, een industriële keten en O&O op één locatie. Er bestaan echter al sorteercentra bij verschillende actoren. Die centra zouden zich kunnen groeperen om hun infrastructuur te bundelen, zonder echter dit nationale centrum te vormen.
  • Een voorsortering van textiel na consumptie, waarbij gebruikers verplicht worden om vooraf te sorteren in twee zakken: nog draagbaar textiel en textielafval. Dit idee kan worden overwogen met of zonder traceerbaarheid van de zakken (QR-code). De optie ‘met’ geeft de mogelijkheid om de consument te vergoeden na de doorverkoop van zijn textiel.

Voor de vaststelling ‘Gebrek aan afzetmarkten’:

  • Een matchmaking-gids tussen producten en afzetmogelijkheden, die vraag en aanbod met elkaar in contact brengt, een soort platform om contacten te leggen.

Voor de vaststelling ‘Kostenreductie’:

  • Een nationaal sorteer- en recyclingcentrum, een soort nationaal platform voor de sector dat alle technologieën en processen centraliseert om de volumes en afzetmogelijkheden te vergroten en de kosten te verlagen. De bestaande sorteercentra, zoals die van Oxfam en Les Petits Riens, zouden vóór dit centrum blijven bestaan. Er zou echter nog steeds gesorteerd moeten worden vóór de recycling.
  • De integratie van een productiefabriek in een maatwerkbedrijf, actief van de inkoop van materialen tot de vervaardiging van producten. Het stimuleren van de vraag naar materialen aan het einde van de keten zou de belangrijkste focus zijn. Het blijft nog te bepalen hoe ver de integratie zou gaan, aangezien het spinnen een complexe stap is die ruimte en machines vereist en aan elk materiaal moet worden aangepast. Linnen zou een interessante piste kunnen zijn.

Na deze fase van het ontstaan van projecten kwam de fase waarin de projecten een plaats kregen op een haalbaarheids-/impactmatrix.

Elke deelnemer kon stemmen op de projecten die hem het meest aanspraken. Zo kwam één project met tien stemmen als winnaar uit de bus: het project voor een nationaal sorteer- en recyclingcentrum. De volgende twee projecten zijn: met zes stemmen, een matchmaking-gids, en met vier stemmen, de voorsortering na consumptie door de gebruikers.

De volgende stap is het samenbrengen van de actoren die interesse hebben getoond in het project dat als eerste uit de bus is gekomen. Het is de bedoeling om verder na te denken, de reikwijdte van het project te verdiepen, de economische en technische haalbaarheid ervan in het Gewest te analyseren, verantwoordelijkheden en een budget vast te stellen en na te denken over het opstellen van een financieringsdossier dat aan de verwachtingen van de financiers voldoet.

De waardeketen