Hier is een samenvatting van de belangrijkste punten die op 28 september 2023 tijdens de Fiets WG werden gepresenteerd.
Christophe de Voghel van Brussel-Mobiliteit presenteerde Good Move en de gegevens over fietsen.
Dankzij een nieuwe enquête (2021-2022) konden de gegevens over het gebruik van vervoer in de regio worden geactualiseerd. Hieruit blijkt dat het aandeel van alle verplaatsingen met de fiets gestegen is van 3,4% in 2010 naar 9% in 2022, terwijl het autogebruik in dezelfde periode gedaald is van 38,5% naar 27,3%. 56% van de mensen fietst nooit en 53% van de mensen heeft geen fiets thuis.
Slechts 4% van de Brusselaars heeft een gedeelde fietspas, dus het systeem heeft weinig impact op de modal shift.
In de centrale wijken staan minder fietsen bij de mensen thuis. Ruimtegebrek is echter niet de belangrijkste reden om geen fiets te bezitten. Er is een verband tussen inkomen en het bezit van een of meer fietsen. De leeftijdsgroep 25-44 jaar fietst het meest. Mannen fietsen iets meer dan vrouwen.
We zien ook dat wie de fiets gebruikt om naar het werk of naar school te gaan, hem vaker zal gebruiken voor andere bestemmingen. Dit is de macht der gewoonte.
Om het modale aandeel van fietsen te verhogen, beveelt de studie aan om fietsen beschikbaar te maken voor armere gezinnen, jongeren aan te moedigen om te fietsen, de fietsinfrastructuur te verbeteren vooral in het westelijke deel van de regio, en te blijven aandringen op het gebruik van de fiets om naar het werk en naar school te gaan.
Als we kijken naar de verschillende onderdelen van het Good Move-plan, zien we dat fietsen aan alle voorwaarden voldoet. Het is gezond, efficiënt, effectief, sociaal, enz. Het plan is onderverdeeld in 6 componenten die verschillende acties groeperen.
De publiciteitscampagne “Bike for Brussels” en gerichte marketing gericht op vrouwen in het bijzonder worden gebruikt om fietsen te promoten bij het grote publiek.
De mobiliteitsordonnantie werd op 27 september 2023 in de regering goedgekeurd. Het voorziet een stedelijke planning die de volgende hiërarchie respecteert: voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en dan auto’s.
Er is een regionale taskforce opgezet om fietsendiefstal tegen te gaan. De politie is actiever en voert een inbeslagnameprocedure in. Via het project “My Bike” kunnen mensen hun fiets registreren op een platform dat volgend jaar landelijk wordt ingevoerd. Er zijn al 40.000 fietsen geregistreerd. Dit houdt in dat er een sticker op de fiets wordt geplakt met een QR-code waarmee de status van de fiets kan worden gecontroleerd.
In 2021 werd een masterplan voor fietsparkeren aangenomen. De duizendste stalling werd geïnstalleerd in de week van 25 september 2023. Dit is echter niet de ideale oplossing en er moeten nog steeds parkeerfaciliteiten binnen de wijken zelf worden aangelegd. Er zijn 6.100 beveiligde parkeerplaatsen, maar die zijn niet genoeg omdat er een lange wachtlijst is.
Wat parkeren op straat betreft, zullen beveiligde parkeervakken voor bakfietsen het onderwerp zijn van proefprojecten. 50 vakken zullen in jaar 1 worden aangelegd en ongeveer 100 het jaar daarop
Brussel Mobiliteit financiert fietsherstelpunten. In 2021 werden iets minder dan 15.000 herstellingen uitgevoerd. De instelling moedigt ook participatieve workshops aan. Er zijn er een dertigtal in Brussel. Het financiert ook het depot van gevonden fietsen, waarvan de helft als wrak naar de recycling gaat. Dit omvat de volgende elementen: beschadigd frame, ontbrekende onderdelen van de fiets, extreme staat van algehele roest of versleten/kapotte transmissie. 20% van de fietsen wordt gereviseerd via het ” solidariteitsfiets “-project, verenigingen of scholen.
Het “solidariteitsfiets”-project bestaat uit training om in het zadel te komen en het gratis leasen van een gereviseerde fiets voor een jaar, met de optie om deze aan het einde van de periode terug te kopen, voor mensen die ver van fietsen staan.
Er wordt momenteel een studie uitgevoerd naar het gebruik van door de overheid gefinancierde deelfietsen (Villo), aangezien het huidige contract met JC Decaux in september 2026 afloopt. Er moet dus worden onderzocht wat de beste oplossing voor de toekomst is, rekening houdend met de opgedane ervaring. In ieder geval zal het systeem niet langer worden gefinancierd door reclame. Er moeten 5 scenario’s worden geanalyseerd. Alle deuren staan momenteel open. Het is onwaarschijnlijk dat een systeem van het type Villo 2 zal worden ingevoerd, omdat het weinig wordt gebruikt en relatief duur is voor de overheid. Andere steden zijn bezocht om interessante opties te vinden. Als er een systeem wordt ingevoerd, zal het waarschijnlijk vanuit de MIVB worden bediend. De studie zou eind 2023 afgerond moeten zijn en het bestek zouden in 2024 gepubliceerd moeten worden.
Pauline Deboot van Leefmilieu Brussel en Astrid Meeus van Net Brussel stelden de huidige studie over het hergebruik van fietsen voor.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangt veel aanvragen voor het hergebruik van de fracties die het inzamelt. De afvalwetgeving maakt het echter niet gemakkelijk om deze fracties ter beschikking te stellen. Daarom werd de studie opgestart.
Het onderzoek richtte zich op 3 gebieden: is er een match tussen vraag en aanbod? Wat zijn de belemmeringen in de regelgeving? Wat zijn de operationele procedures?
Opgemerkt moet worden dat de fietsen die door het Agentschap worden ingezameld over het algemeen in zeer slechte staat verkeren, omdat ze niet op een manier zijn ingezameld waarbij ze bewaard blijven.
Er werd gekozen voor twee scenario’s om deze faciliteiten ter beschikking te stellen. Ofwel via één operator die als link met alle andere fungeert (piloottest met Cyclo in het RecyPark van Oudergem), ofwel via alle RecyParks, in welk geval de kosten aanzienlijk zouden zijn. Het Sint-Lambrechts-Woluwe RecyPark werkt al 5 jaar samen met de Spullenhulp.
Er moet nog veel werk worden verricht om de gegevens te structureren en er is behoefte aan kwalitatieve gegevens. A priori wordt het potentieel voor hergebruik geschat op 40%. We zien dat mensen fietsen van betere kwaliteit binnenbrengen in de wetenschap dat ze hergebruikt kunnen worden.
Tot slot werkt het Gewest aan de afstemming van zijn visie op hergebruik. Het is de bedoeling dat het besluit met betrekking tot de erkenning en subsidiëring van verenigingen zonder winstoogmerk en ondernemingen met een sociaal oogmerk die actief zijn in de sector van hergebruik en recyclage, wordt herzien om er een instrument van te maken dat hergebruik bevordert.